dinsdag 26 januari 2016

De slang

Ik was met mijn zusje van drie jaar buiten aan het spelen. Eigenlijk moest ik op haar passen en dat was niet altijd even leuk, want ze was een kattenkop.
Wat er op een dag gebeurde vergeet ik niet! Ze bleef maar aandacht vragen. Ze bleef maar zeggen dat ik moest gaan kijken. Ik begreep alleen maar dat ze een "vork" zag. En ja hoor, zij had het goed gezien.
Uit een gaatje in de natuurstenen muur van ons huis was de kop van een slang te zien.
Ik schrok me rot, riep mijn moeder. Zij kwam direct en begon te schreeuwen. Zij was heel erg bang voor slangen. Mijn vader lag erg
ziek in bed, hij hoorde het geschreeuw. Die arme man stond op, kleedde zich snel aan en kwam naar buiten.
Hij pakte een pikhouweel en probeerde een paar stenen uit de muur te hakken. Intussen waren, door het geschreeuw van mijn moeder, de buren komen kijken. Eindelijk lukte het, met veel moeite, om wat stenen los te krijgen. De slang viel eruit. Iedereen probeerde hem te pakken, maar hij was te snel en ging er vandoor in een gat in de muur aan de andere kant van de weg.
Mijn arme vader ging terug naar bed, mijn moeder werd gekalmeerd door de buren. De slang was niet gevaarlijk en zou heus niet terugkeren. Die dag had de slang geluk, als ze hem te pakken hadden gekregen, hadden ze hem zeker gedood.
In die streek zijn in de natuur verschillende soorten slangen, maar alleen de adder is giftig. In die tijd werden voor alle zekerheid alle slangen gedood, veel mensen waren bang voor ze.
Maar bij ons huis zagen we een lange tijd geen spoor meer van de slang. Intussen overleed mijn vader, mijn moeder probeerde, verdrietig en huilend, zo goed mogelijk voor ons te zorgen.
Maanden later werd ons huis goed schoongemaakt en de muren en plafonds gewit. Een groep vriendinnen van mijn moeder hielpen mee. Het grote kookfornuis werd verplaatst. Mijn moeder zag dit en begon ineens te schreeuwen. Zo hard dat je het vast aan de andere kant van het dorp kon horen.
Ik zag een vriendin iets uit een spleet van de vloer pakken. Het was de vervelde huid van een slang. Toen mijn moeder kalm was, gingen ze verder met de grote schoonmaak. De buurman repareerde de vloer.
Wij wisten dat de slang ergens onder de vloer of tussen de dikke muren zat.
Er gebeurde lange tijd niets, niemand dacht er nog aan dat wij een huisgenoot hadden.
Maar jaren later, op een mooie zomerse dag, hoorde ik mijn zusje gillen en mijn moeder nog harder. Ik was in mijn slaapkamer, dacht dat er iets met mijn zus gebeurd was en ging snel kijken. Bij de open voordeur bleven die twee maar schreeuwen en ik zag buiten op straat een mooie slang van anderhalve meter lang. Hij kroop rustig verder en verdween in een muur aan de andere kant van de straat.
Van mij had de slang mogen blijven, maar een van onze katten dacht er anders over. Die slang eet ook muizen... Tot mijn grote verbazing lukte het die kat, nog in die zomer, om de slang te vangen. Ik zag de kat, met de kronkelde slang in de bek, rennen naar de hooizolder van de buren. De buurman vond dit natuurlijk niet leuk, hij wilde echt geen slang in zijn hooi en rende de kat achterna.
Eindelijk kon hij de slang van de kat afpakken. De slang was half dood gebeten en werd uit zijn lijden verlost. Sinds die tijd hebben nooit meer een slang in de buurt van ons huis gezien.
Eerlijk gezegd heb ik zelden slangen gezien, de meesten waren al dood. Maar mijn moeder zag ze vaak en overal. Gelukkig kon ze zich later beter beheersen en schreeuwde dan niet meer zo. Behalve als een van de katten af en toe een kleine slangetje naar huis brachten, dan sloeg de paniek weer toe en moest ik de prooi snel weggooien.
En de katten? Je kon zien wat zij dachten: "Ondankbaar schepsel! We brengen je een kado en jij laat weggooien. Weet je niet hoeveel moeite wij hebben moeten doen om die te vangen!"


Ter illustratie: Esculaapslang
Bron: WIKIPEDIA
Foto: Felix Reimann 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten