Ik
was met mijn zusje van drie jaar buiten aan het spelen. Eigenlijk moest ik op haar
passen en dat was niet altijd even leuk, want ze was een kattenkop.
Wat
er op een dag gebeurde vergeet ik niet! Ze bleef maar aandacht vragen. Ze bleef
maar zeggen dat ik moest gaan kijken. Ik begreep alleen maar dat ze een
"vork" zag. En ja hoor, zij had het goed gezien.
Uit
een gaatje in de natuurstenen muur van ons huis was de kop van een slang te
zien.
Ik
schrok me rot, riep mijn moeder. Zij kwam direct en begon te schreeuwen. Zij
was heel erg bang voor slangen. Mijn vader lag erg
ziek
in bed, hij hoorde het geschreeuw. Die arme man stond op, kleedde zich snel aan
en kwam naar buiten.
Hij
pakte een pikhouweel en probeerde een paar stenen uit de muur te hakken. Intussen
waren, door het geschreeuw van mijn moeder, de buren komen kijken. Eindelijk
lukte het, met veel moeite, om wat stenen los te krijgen. De slang viel eruit.
Iedereen probeerde hem te pakken, maar hij was te snel en ging er vandoor in een
gat in de muur aan de andere kant van de weg.
Mijn
arme vader ging terug naar bed, mijn moeder werd gekalmeerd door de buren. De
slang was niet gevaarlijk en zou heus niet terugkeren. Die dag had de slang
geluk, als ze hem te pakken hadden gekregen, hadden ze hem zeker gedood.
In
die streek zijn in de natuur verschillende soorten slangen, maar alleen de
adder is giftig. In die tijd werden voor alle zekerheid alle slangen gedood,
veel mensen waren bang voor ze.
Maar
bij ons huis zagen we een lange tijd geen spoor meer van de slang. Intussen
overleed mijn vader, mijn moeder probeerde, verdrietig en huilend, zo goed
mogelijk voor ons te zorgen.
Maanden
later werd ons huis goed schoongemaakt en de muren en plafonds gewit. Een groep
vriendinnen van mijn moeder hielpen mee. Het grote kookfornuis werd verplaatst.
Mijn moeder zag dit en begon ineens te schreeuwen. Zo hard dat je het vast aan
de andere kant van het dorp kon horen.
Ik
zag een vriendin iets uit een spleet van de vloer pakken. Het was de vervelde
huid van een slang. Toen mijn moeder kalm was, gingen ze verder met de grote
schoonmaak. De buurman repareerde de vloer.
Wij
wisten dat de slang ergens onder de vloer of tussen de dikke muren zat.
Er
gebeurde lange tijd niets, niemand dacht er nog aan dat wij een huisgenoot
hadden.
Maar
jaren later, op een mooie zomerse dag, hoorde ik mijn zusje gillen en mijn moeder
nog harder. Ik was in mijn slaapkamer, dacht dat er iets met mijn zus gebeurd
was en ging snel kijken. Bij de open voordeur bleven die twee maar schreeuwen
en ik zag buiten op straat een mooie slang van anderhalve meter lang. Hij kroop
rustig verder en verdween in een muur aan de andere kant van de straat.
Van
mij had de slang mogen blijven, maar een van onze katten dacht er anders over.
Die slang eet ook muizen... Tot mijn grote verbazing lukte het die kat, nog in
die zomer, om de slang te vangen. Ik zag de kat, met de kronkelde slang in de
bek, rennen naar de hooizolder van de buren. De buurman vond dit natuurlijk
niet leuk, hij wilde echt geen slang in zijn hooi en rende de kat achterna.
Eindelijk
kon hij de slang van de kat afpakken. De slang was half dood gebeten en werd
uit zijn lijden verlost. Sinds die tijd hebben nooit meer een slang in de buurt
van ons huis gezien.
Eerlijk
gezegd heb ik zelden slangen gezien, de meesten waren al dood. Maar mijn moeder
zag ze vaak en overal. Gelukkig kon ze zich later beter beheersen en schreeuwde
dan niet meer zo. Behalve als een van de katten af en toe een kleine slangetje
naar huis brachten, dan sloeg de paniek weer toe en moest ik de prooi snel weggooien.
En
de katten? Je kon zien wat zij dachten: "Ondankbaar schepsel! We brengen
je een kado en jij laat weggooien. Weet je niet hoeveel moeite wij hebben
moeten doen om die te vangen!"
Ter
illustratie: Esculaapslang
Bron: WIKIPEDIA
Foto:
Felix Reimann
Geen opmerkingen:
Een reactie posten